Samenvatting Boek Lesgeven Aan Fatima En Ahmed

Hieronder is een samenvatting te vinden van het boek ‘Lesgeven aan Fatima en Ahmed’. Het boek is geschreven door Ali Salmi. Het boek gaat over het lesgeven aan migrantenleerlingen en dan specifiek gericht op de misverstanden en conflicten tussen de leerkracht en de leerlingen. Het boek is vooral praktijk gericht en biedt heel wat pedagogische tips.

Samenvatting: pg. 34 – 43

Inhoudstafel
1. De onderwijssituatie van leerlingen uit de migratie
2. Verklaring van deze situatie
1.1 Bepalende factoren
2.1.1 Achterstand
o Basisprobleem: een andere moedertaal
o Pedagogische aspecten
2.1.2 Achterstelling
2.1.3 Socioculturele en etnisch- culturele factoren
2.1.4 Andere factoren
2.2 Samenvatting
3. Gevolgen
3.1 Gevolgen voor het kleuteronderwijs
3.2 Gevolgen voor het lager onderwijs
3.3 Gevolgen voor het voortgezet of het secundair onderwijs
3.4 Samenvatting
4. Antwoord van de overheid
5. Hindernissenparcours
6. Verbeteren van de situatie van deze jongeren

1. De onderwijssituatie van leerlingen uit de migratie
*Er zijn verschillende namen voor kinderen die naar hier geïmmigreerd zijn: migranten, allochtonen, vreemdelingen,… Maar voor het onderwijsvoorrangsbeleid in Vlaanderen, zijn die kinderen de ‘doelgroepleerlingen’.
Dat zijn kinderen wiens:
- Grootmoeder (langs moederszijde) niet in België geboren is en niet in het bezit is van de Belgische nationaliteit door geboorte.
- Moeder ten hoogste tot het einde van het schooljaar waarin zij de leeftijd van achttien jaar bereikte, van onderwijs heeft genoten.
• Deze ‘doelgroepleerlingen’ doen het niet zo goed in het onderwijs. En hier moet iets aan gedaan worden! Want zonder een degelijke opleiding en goed onderwijs kan men het in deze maatschappij haast vergeten.

2. Verklaring van deze situatie
• De zwakke positie van deze leerlingen(in het onderwijs) is te wijten aan een hoeveelheid van factoren en dat is dus complex.
• Bemerking: Vlaamse kinderen hebben het ook niet steeds gemakkelijk! Velen worden niet goed begeleid door hun ouders,…
• Het onderwijs heeft té weinig aandacht aan ‘kansarmen’ (diegenen die niet behoren tot de middenklasse). Die ‘kansarmen’ zijn maatschappelijk heel kwetsbaar en zien weinig heil in maatschappelijke instellingen.

2.1. Bepalende factoren
2.1.1 Achterstand
‘De doelgroepleerlingen’ hebben een grotere achterstand dan een doorsnee leerling. De achterstand begint bij de start in het onderwijs en wordt steeds groter.

o Basisprobleem: een andere moedertaal
Veel migrantenleerlingen hebben te maken met een complex taalprobleem en dat veroorzaakt spraakverwarring. Dat komt door het feit dat die kinderen vele talen beheersen, reeds vanaf jonge leeftijd. Dus ze spreken veel verschillende talen, maar het probleem daarbij is dat ze bijna geen enkele taal volledig beheersen (beperkte woordenschat, moeite met grammatica, tekstbegrip en schrijven). De migrantenkinderen kunnen door het gebrek aan taal, hun lessen/leerstof niet juist interpreteren/begrijpen. En zo ontstaan achterstanden.

o Pedagogische aspecten
Dit houdt in: het gebrek aan een zekere vorm van studiemethode en gebrek aan ondersteuning.
‘Migrantenkinderen’ hebben nooit een bepaalde studiemethode geleerd, dus ze leren niet efficiënt. Bij de migrantengezinnen, is er weinig/geen ouderbetrokkenheid, dit komt vaak door ongeïnteresseerde ouders. Ze zijn ongeïnteresseerd omdat ze zelf geen opleiding hebben gehad, dus zelf erg weinig afweten van het schoolsysteem.

2.1.2 Achterstelling
Vaak worden jongeren uit de migratie uitgesloten in deze samenleving. Er is vaak sprake van vooroordelen, discriminatie en racisme. Dit gebeurd in de school, maar ook daarbuiten. De jongeren worden er zoveel mee geconfronteerd, dat ze zich afzetten van alles, want ‘alles is tegen hen’. Dus zijn ze ook tegen de school en zo ontstaan er absentieproblemen en gedragsmoeilijkheden.

2.1.3 Socioculturele en etnisch- culturele factoren
Het school heeft nog maar weinig oog gehad voor de taal en cultuur van de ‘migrantengemeenschap’.
*Socioculturele factoren zijn gerelateerd aan de structurele kansarmoede. We zien het als een vicieuze cirkel: zeer slechte huisvesting, grotere werkloosheid en een laag gezinsinkomen. Veelal zijn er in die huizen geen kamers genoeg, dus kunnen de kinderen niet rustig leren en hun schoolwerk maken. Het is typisch dat alle migranten in dezelfde buurten gaan wonen, zo hebben ze toch nog iets vertrouwds. Maar er zijn ook vaak problemen met de huisvesting: tal van eigenaars weigeren woningen te verhuren aan ‘migranten’.
*Op etnisch- cultureel vlak kennen de ‘migranten’ andere rollen-en opvoedingspatroon. Door deze andere patronen, komen er vaker conflicten met de ‘huidige bewoneners’ met andere patronen.
Bij de migranten is er vaak de opvatting van: islamitisch, patiarchaal en traditioneel. Omdat de ouders het soms ‘beter weten’ en te weinig inzicht hebben in het schoolgebeuren, gaan vele migrantenpeuters/kleuters niet naar het school. Maar hier missen de kinderen dus al een belangrijke basis. Meestal mogen de kinderen niet naar het school, omdat de ouders denken dat ze daar alleen maar spelen, of omdat de moeder anders eenzaam is.

2.1.4 Andere factoren
*Vlaamse scholen hebben vele gewoonten (ook zo met de vakanties). Vele migrantenkinderen leren dit niet. Ook de leerplannen en schoolboeken houden weinig rekening met de aanwezigheid van migranten. De oplossing hiervoor is intercultureel onderwijs. Dat soort onderwijs heeft aandacht en begrip voor andere culturen en kan een positieve bijdrage aan het onderwijs leveren.
*Er is ook een psychologisch probleem: migrantenkinderen zijn sneller gedemotiveerd, dus er ontstaat voor hen een onzekere toekomst.
*Er is ook het probleem van de concentraties. We spreken van een concentratieschool wanneer de meerderheid van de leerlingen van vreemde origine is. Maar bij zo’n concentratieschool zien we een probleem: omdat er veel kinderen dezelfde taal spreken (veel van hun soort zitten samen), leren ze geen Nederlands. Ze spreken echter wel Nederlands met de leerkracht, maar dit is te weinig om het Nederlands goed te kunnen beheersen.
*Het zou beter zijn moesten al deze leerlingen verspreid zitten over verschillende scholen. Maar vele scholen willen geen allochtone kinderen inschrijven.
*Elk kind dient individueel bekeken te worden. Hoe langer de migrantenkinderen hier (Vlaanderen) verblijven, hoe beter hun taalgevoel ontwikkeld. Maar toch worden vele kinderen onderschat.
*Onder de migrantenkinderen slagen de meisjes het best. Ze worden sterk gecontroleerd en ze zien de school als een weg naar vrijheid/vluchtweg. Studeren is dikwijls een vluchtweg om te ontsnappen aan de huishoudelijke sleur en het school is voor hen de ontmoetingsplaats voor andere jongeren.

2.2 Samenvatting
Deze leerlingen (migranten) worden gekenmerkt door aspecten van kansarmen en specifieke aspecten van ‘migranten’:
- Het zijn overwegend taalarme kinderen
- Ze hebben vaak geen begeleiding of steun van hun ouders
- Ze missen dikwijls een degelijke studiemethode
- De ouders kennen kansarmoede (laag gezinsinkomen, slechte huisvesting, gebrekkige arbeidssituatie)
- Ze hebben te maken met discriminatie
- Ze hebben een andere moedertaal
- Ze hebben een onzekere toekomst
- Er zijn socioculturele en etnisch- culturele factoren
- De gezinnen kennen een ander rollen- en opvoedingspatroon
- Ze hebben te maken met discriminatie en met racisme
Mààr er is wel verbetering op komst (of al aan de gang)!

3. Gevolgen
3.1 Gevolgen voor het kleuteronderwijs
Veel migrantenkleuters gingen laat of onregelmatig naar de kleuterschool. De belangrijkste redenen zijn terug te vinden in een ander opvoedingspatroon en de onbekendheid met het kleuteronderwijs bij de ouders. Maar er is een positieve tendens waar te nemen, het is aan het verbeteren.
Gelukkig, want de kleuterschool is ontzettend belangrijk, spelenderwijs leert men er heel veel.
Het is een goeie voorbereiding voor het lager onderwijs, kinderen die deze voorbereiding gemist hebben, beginnen dan ook al met een achterstand aan het lager onderwijs.

3.2 Gevolgen voor het lager onderwijs
In het lager onderwijs, is vaak de relatie school-ouders het probleem. Veel ouders beseffen niet hoe belangrijk school wel is en hier loopt het dan ook vaak mis. Veel kinderen raken achter op gebied van lezen en schrijven.

3.3 Gevolgen voor het voortgezet of het secundair onderwijs
Vanuit thuis (van migrantenkinderen) zijn er belangrijke tekortkomingen. Omdat ze ouders zelf niet goed weten hoe het schoolsysteem in elkaar zit, moeten de kinderen volledig zelf instaan voor school- en studiekeuzes. Maar wanneer die migrantenjongeren in het secundair terecht komen, hebben zij meestal al meerdere jaren achterstand.

3.4 Samenvatting
Het is belangrijk dat migrantenkinderen:
- Het Nederlands goed beheersen
- Vanaf het kleuteronderwijs schoollopen
- Een schoolattitude bezitten of verkrijgen
- Genoeg ondersteund en begeleid worden
- Echt aanvaard worden op school en in de klas
Nochtans valt het op dat:
- Deze jongeren van thuis uit vaak minder worden gestimuleerd in hun schoolse prestaties
- De scholen hen niet begrijpen
- Zij reeds van in hun eerste schooljaren het risico lopen van achterstand en achterstelling
- Sommigen van hen niet aanvaard worden of toch het gevoel hebben van niet aanvaard te zijn
- Zij vaker mislukken of vroegtijdig de school verlaten zonder diploma op zak
Kort gezegd; ze worden in hun sociale mobiliteit beperkt.
Het grootste deel van die jongeren bevindt zich in deze situatie. Ze hebben een grotere achterstand dan autochtone jongeren. Deze migrantenjongeren zijn ook het meest terug te vinden in beroeps- en het deeltijds onderwijs. Maar dit wil niet zeggen dat ze minderwaardig zijn. Het uitgangspunt hier is: ‘de juiste leerling op de juiste plaats’.

4. Antwoord van de overheid
Sinds 1991 wordt in Vlaanderen een specifiek onderwijsbeleid ten aanzien van leerlingen uit de migratie uitgevoerd.

5. Hindernissenparcours
We kunnen het leven van migrantenkinderen en – jongeren vergelijken met een hindernissenparcours. ‘Hun leven is als het ware bezaaid met hindernissen- kritieke momenten- die overwonnen moeten worden om er te komen. Het valt dan niet te verwonderen dat een deel van deze jongeren moeten afhaken. Niet iedereen kan met goed gevolg al de mogelijke hindernissen nemen. Het is een soort afvallingskoers. Enkel de sterke, degenen met doorzettingsvermogen en degenen die goed omringd worden, komen er. De zwakkeren (die niet zo gemakkelijk studeren) en diegenen die er alleen voor staan, hebben het ontzettend moeilijk om op school en in de maatschappij te lukken.’

6. Verbeteren van de situatie van deze jongeren
Als men effectief en ernstig iets wil doen aan de situatie van deze leerlingen, dan moet men inspelen op hun specifieke onderwijssituatie.
Maar daarnaast, moeten er ook initiatieven genomen worden op andere domeinen. Zoals huisvesting, tewerkstelling, algemeen maatschappelijke en sociaal- economische initiatieven. Op deze terreinen kunnen leerkrachten natuurlijk weinig of helemaal niets ondernemen. Jongeren zijn echter al een flink stuk geholpen als leerkrachten begrip voor hun situatie opbrengen.
Onderwerpsverkenning
Ik heb het boek gevonden in de bibliotheek van het Katho, in Kortrijk uiteraard. Het boek is geschreven door Ali Salmi. In het boek geraak je niet veel wijzer over de auteur. Wel merk ik dat hij soms zijn mening wat 'opdringd'. Hij zegt soms wat hij denkt, zo komt het minder objectief over. Op het internet zijn er verschillende dingen van Ali Salmi te vinden. Hij is auteur, maar ook schepen in Mechelen (zijn bevoegdheden zijn welzijn, preventie, diversiteit, gelijke kansen, emancipatie en ontwikkelingssamenwerking). Hij is ook lid van de sp.a en zit in de politiek (verkiezingen). Ali Salmi heeft enkel maar het boek 'Lesgeven aan Fatima en Ahmed' geschreven. Verder zijn er geen boeken van deze auteur te vinden. De structuur van dit boek vind ik niet uitstekend goed. Er is wel een inhoudstabel te vinden in het begin van het boek. Maar de onderverdeling gaat tot 1.1.1.1, dit maakt het soms wel moeilijk tijdens het lezen van de tekst. De voetnoten staan steeds verwezen naar onderaan de pagina.

Bibliografie
SALMI A, lesgeven aan Fatima en Ahmed, Leuven, Acco, 1996
SIMONSE J, Meer kansen voor de buurt, bibliotheek Katho Kortrijk, 1977

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License